Ontroerende ontmoetingen

Gemiddelde maximum temperatuur: 24,1 °C
Gemiddelde minimum temperatuur: 7,4 °C
Zonsopkomst: 06:34
Zonsondergang:  17:22

Olifantrus, Etosha
In het duister van de nacht zag ik hem langzaam mijn kant op bewegen. In plaats van om de krappe bosjes heen te gaan, ging hij dwars door de schaarse begroeiing heen. De takken schuurden langs zijn grijze huid, wat een schrapend geluid gaf. Hij vervolgde onverstoord zijn weg langs de waterkant, met een duidelijk doel voor ogen. Op vijf meter afstand van de schuilhut kwam de olifant tot stilstand bij de waterplas, onder het venster waar ik zat. In het rode licht zag ik hoe hij met zijn slurf tastend op zoek ging naar water. Een luid slurpgeluid borrelde op van onder mij, waarna hij zijn slurf naar zijn mond bracht om hem te legen: het klonk alsof iemand een emmer water leeggooide. Elke keer dat hij dit ritueel herhaalde, verbaasde ik me over de wonderlijkheid van zijn slurf. Ik was zo dichtbij dat ik elke spier in zijn slurf zag samentrekken. Dikke rimpels ontstonden, vooral als zijn slurf aan zijn lippen stond. Ademloos zat ik te kijken naar de indrukwekkende verschijning. Waar heb ik het aan verdiend, schoot door mijn hoofd terwijl de emoties de overhand kregen, dat ik dit allemaal mee mag maken?

We zijn met het veldteam aangekomen in Etosha, halverwege onze mid-season break. Op aanraden van een eerdere vrijwilliger zijn we in het westen, via Galton Gate, binnengekomen en hebben als onze eerste kampeerplek Olifantsrus uitgekozen. Rond twee uur hadden we vanuit Uis eindelijk het park bereikt, waarna we nog 65 kilometer moesten tot ons kamp. Met een maximale toegestane snelheid van 60 kilometer per uur zou je dat in iets meer dan een uur kunnen doen. Maar uiteraard wilden wij onderweg nog genieten van het mooie wild wat we hopelijk zouden zien, dus reden we met 30 kilometer per uur. We hadden nog vier uur tot zonsondergang, wanneer de hekken van het kamp zouden sluiten. Dit zou genoeg tijd moeten zijn, zelfs met ons langzame tempo en tijd om te genieten van het uitzicht. Uiteindelijk hebben we in onze eerste uren in Etosha al zoveel wild gezien dat we pas vlak na zonsondergang, tijdens het laatste licht, onze tent op konden zetten.

We begonnen rustig aan met een impala, gemsbok en dikdik, de hoefdieren die in grote getallen aanwezig zijn. Al snel daarna ontwaarden we een nieuwsgierig hoofd boven de boomtoppen uit. Tussen de dichte vegetatie door die de verre westkant van het park rijk is, ontwaarden we ook de rest van het lijf: een kleine groep giraffes liep parallel aan de weg. Verderop konden we genieten van zebra’s, kudu, een jackal, een grote trap, struisvogels en springbokken. Nadat we in de verte de eerste olifanten hadden gezien, moesten we wachten op een groep zebra’s die de weg overstaken. Toen we onze weg vervolgden, realiseerden we ons dat de weg was afgebogen in de richting van de olifanten. En ja hoor, opeens stond daar een grote bul, die ons meteen in de gaten had. Dreigend stak hij zijn oren uit en begon hij onze kant op te komen, overduidelijk ontevreden dat wij onbedoeld op 15 meter afstand van hem waren beland. We haastten ons snel weg, om vervolgens in het pas van een aardwolf te belanden. Alsof dat nog niet genoeg was en we niet al genoeg vertraging op hadden gelopen in onze poging voor zonsondergang het kamp te bereiken, versperde een groep wildebeesten ons de laatste meters naar het kamp.

De bul trok zich, verzadigd, langzaam terug. Terwijl hij met een trage pas in de duisternis van de nacht verdween, hoorde ik geritsel van gras. Mijn ogen spanden zich enorm in en zagen twee grote lichte vlekken weer langzaam richting het water bewegen. Een jong praatte tegen zijn ouder, ik kan enkel gissen waarover. Misschien om te vragen of de kust weer veilig was, aangezien ze van de waterkant vertrokken waren op het moment dat de olifant naderde. Ze waren nu dicht genoeg bij het zwakke rode schijnsel om de twee grote hoorns op de neus van de ouder te zien. Minder luidruchtig dan de olifant leste de zwarte neushoorn haar dorst, terwijl haar jong onrustig om haar heen drentelde. Met het vertrekken van deze, zoveelste en laatste, indrukwekkende verschijning, kon ik met een gerust hart naar bed. Deze eerste halve dag zette de toon voor de overige vijf dagen in Etosha, waar we verder het geluk hadden om een endemische impala (Swartneusrooibokooie in het Afrikaans), de vorkstaartscharrelaar, witte neushoorns, wrattenzwijnen, gevlekte hyena’s en leeuwen te zien!